Toespraak Krimpen aan den IJssel – Homo zijn is fijn, 6 maart 2021, ds. Wielie Elhorst
Beste mensen,
Dank, Leon, COC Rotterdam voor de uitnodiging hier te spreken. Ik ben hier graag. In 1985 kwam ik nietsvermoedend op een dag thuis van school. Ik was zestien jaar. Ik woonde met mijn ouders, jongere broer en pleegzus in Middelburg. We woonden naast het kerkgebouw van het Leger des Heils, waar mijn ouders de voorgangers, zeg maar: de dominees waren. Over de hele breedte van het gebouw las ik in grote roze letters ‘Homo zijn is fijn’.
Ik schrok me kapot. Ik was me er al enige jaren van bewust dat ik liever naar jongens keek dan naar meiden, maar ik zat nog in de kast. Het verlossende woord zou pas twee jaar later klinken. ‘Homo zijn is fijn’. Het Roze Aktie Front was langs geweest en had het toen zeker nog homofobe Leger des Heils, het gebouw in Middelburg van een eigen boodschap voorzien. Na mijn eerste schrik werd ik boos, niet op het Roze Aktie Front maar op mijn kerk, op het Leger des Heils. Ik weet nog hoe ik uitviel tegen mijn vader, die het eigenlijk met mij eens was, en die diezelfde dag nog contact opnam met het lokale COC. Ik was niet boos, ik was woedend, woedend dat mijn eigen kerk het zover liet komen dat een actiegroep geen andere keuze vond dan deze woorden op de muur van ons gebouw te schilderen. Ik denk dat mijn ouders om meer dan een reden hun wenkbrauwen hebben gefronst die dag, maar ze hebben me gelaten, tot ik zelf vond dat mijn tijd daar was om het hoge woord, het hoge bevrijdende woord uit te spreken: ik ben homo en homo zijn is fijn.
Dankzij mijn ouders heb ik mijn geloof behouden, kan ik hier staan dankzij mijn geloof en niet ondanks mijn geloof en heb ik mijn plek in de kerk gevonden, maar dat was toen in een hele onveilige omgeving, eigenlijk té onveilig voor jonge mensen die bezig zijn zichzelf, hun geloof en hun plek in de wereld te ontdekken. Ik vind het intens verdrietig en het maakt me ook vandaag nog woedend dat er kerken en geloofsgemeenschappen zijn die onveilig zijn voor LHBTI+ jongeren, die een boodschap hebben en daaraan soms ook keuzes verbinden, die gewelddadig zijn, ja, gewelddadig – ik heb geen zin meer daar nog langer doekjes om te winden –, die jongeren niet de ruimte geven om in een toch al verwarrende wereld hun eigen plek te vinden, in alle rust een eigen antwoord te vinden op de vraag: wie ben ik?
We hebben het hier in Krimpen aan den IJssel weer gezien in de Oud-Gereformeerde Gemeente, in de uitspraken van haar voorman ds. Anthonie Kort. Het kan honderd keer in de ruimte van de vrijheid van godsdienst zijn gezegd, maar dat maakt de woorden ‘wat de scheppingsordinanties weerspreekt moet verbannen worden’ er niet minder pijnlijk, kwetsend, beledigend en discriminerend om. Dit zijn geen woorden over een zaak, een onschuldige overtuiging, dit zijn woorden over mensen, keiharde woorden die niet thuishoren bij kerken die met fatsoen het publieke gesprek willen zoeken, hoe integer men de eigen intentie ook wil waarderen.
Beste collega Kort, deze woorden komen keihard aan, zeker als ze ook nog eens in de publieke ruimte worden gedeeld. Als collega en als broeder zeg ik u: dit kan zo niet. De kortsluiting die na uw woorden volgde, was niet minder dan te verwachten, zeker omdat u niet bereid was over uw woorden verantwoording af te leggen en daarover in gesprek te gaan. Dat is laf en het past een dominee niet. Wie de vrijheid van godsdienst wat waard is, en die is mij veel waard, die zal deze op waarde schatten en er met grootste sensitiviteit mee om gaan, en anders moeten we aanvaarden dat deze vrijheid een aangevochten vrijheid wordt, en met recht. Het moet een keer afgelopen zijn maar alles te kunnen zeggen over LHBTI+’ers. Het geduld is een keer op.
Tegen alle jongeren die nu deel uitmaken van een onveilige kerk of geloofsgemeenschap zou ik willen zeggen: als je de moed kunt opbrengen, schud het stof van je schoenen en ga weg. Deze kerk, deze geloofsgemeenschap is jouw lidmaatschap en jouw bijdrage niet waard. Ook de boodschap van het christelijk geloof is een boodschap van inclusiviteit, van mee mogen doen zoals je bent, met al je van God gegeven mogelijkheden en talenten. Kerken en dominees die dat niet zien of slechts voorwaardelijk zien, zijn hun jonge leden niet waard. Ga er weg, om je eigen leven en welzijn, om jouw geloof.
En verder: ik matig mij niet aan dat ik weet hoe het hier moet in Krimpen aan den IJssel, maar ik weet dat de kwestie ds. Kort hier niet in het luchtledige plaatsvindt. En zoals ik jongeren oproep met onderscheidingsvermogen te kijken naar de kerken waarin zij zich bevinden, zo roep ik al wie in gesprek willen gaan met kerken en geloofsgemeenschappen op dat ook met vermogen tot onderscheid en met vertrouwen te doen. Er bestaat hier in Krimpen al een traditie van gesprek en van ontwikkeling naar meer inclusiviteit, hoe hobbelig die weg misschien ook is. De kwestie ds. Kort mag ons niet hinderen de draad van dat gesprek weer op te pakken. Dat is veel te veel eer voor deze dominee. De voorzitter van de Raad van Kerken hier in Krimpen aan den IJssel heeft mij gisteren nog verzekerd ten allen tijde bereid te zijn tot de hervatting van dat gesprek. Stap over je schaduw heen en zoek elkaar op. Zoek de bondgenoten die er toe doen en die verschil kunnen maken en dat ook al doen. Alleen als we de harten van mensen winnen, komen we echt verder. En wij kunnen dat. Dat heeft meer dan een halve eeuw LHBTI+ emancipatie in ons land al bewezen. Ik ben er van overtuigd dat dat ook hier in Krimpen kan. En kerken, kruip meer uit je schulp. Ga het gesprek aan, in de publieke ruimte. Seksuele identiteit en gender identiteit doen er toe in onze tijd en in onze samenleving. Daar moeten jullie, daar moeten wij dus boodschap aan hebben. Zoek het engagement.
Homo zijn is fijn. Ik schilder het hier denkbeeldig op al die kerkgebouwen die dat verdienen in de hoop dat ze verontwaardigd worden over hun eigen houding en tekortschieten. Roepen jullie mee, terwijl ik schrijf: ‘Homo zijn is fijn.
’Dank jullie wel.(met dank aan burgemeester Martijn Vroom voor de foto) Rick van der Made, Astrid Oosenbrug, Jan Geerink, Vera Bergkamp, Martijn Vroom, Leon Houtzager.